Aardperensoep met brood

Aardpeer is een oude groente met een bijzondere smaak. Wij gebruiken ze het liefst in soep of als puree gemixt met aardappelen. Door hun wat 'aardse' smaak combineren ze goed met wild maar ook met wat zoetere ingrediënten. Ze kunnen de hele winter in de grond blijven zitten en je graaft ze pas op als je ze nodig hebt; dat was de reden waarom boeren ze vroeger graag verbouwden. Dit familielid van de zonnebloem is echter ook een ontzettende woekeraar en daarom weer wat minder geliefd.

De aardperen en de uien zijn van de Horsterhof, de paddestoelen via de streekleverancier Distreko. Het heerlijke ciabatta broodje is van bakker Hilvers uit Arnhem en omstreken.

• Schrob de aardperen goed schoon met een (afwas)borstel en verwijder de worteltjes. Snijd ze in grove brokken. Borstel de paddestoelen met een zacht borsteltje of keukendoek schoon en snijd deze kwarten.
• Fruit de helft van de uisnippers in een grote (soep)pan in boter of olie tot ze lichtbruin kleuren.
• Los het bouillonblokje op in heet water (1 blokje per 500ml = 2 personen)
• Voeg de blokjes aardpeer toe aan de uitjes in de pan, blus af met een scheut witte wijn, voeg de bouillon toe, breng aan de kook en laat ongeveer 20 minuten op een zacht vuur staan.
• Smelt in een koekenpan boter of olie, fruit de tweede helft van de uisnippers tot ze lichtbruin zijn.
• Voeg de paddenstoelen toe en bak ze tot ze hun vocht afgeven, bak dan nog even kort de peterselie mee en breng op smaak met zout en peper.
• Pureer de soep tot hij mooi glad is en breng op smaak met peper en zout.
• Schep de soep in borden en doe er een flinke lepel (of enkele lepels) van het paddenstoelenmengsel in.
• Serveer met het (evt. kort in de oven opgewarmde) brood ernaast.